Betje de Hes

Volgens de gegevens van de school was zij doof geboren, maar kon zij zich goed verstaanbaar maken.
Bij het ontslag van de dovenschool staat echter genoteerd dat haar vorderingen en spreken matig zijn.

Haar vader was diamantklover van beroep en het gezin behoorde tot de Nederlands-Israëlitische geloofsgemeenschap.

Betje ging naar de opleiding voor diamantslijpster en in 1926 behaalde zij het diploma hiervoor. Betje werd diamantsnijdster van beroep.